Governance Code Funderend Onderwijs

25 juni 2025

Dit is de governancecode funderend onderwijs 2025. Goed bestuur en goed intern toezicht (hierna: good governance) zijn belangrijke voorwaarden voor goed onderwijs.

Het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs vormen samen het funderend onderwijs. Het funderend onderwijs is van vitaal belang voor de maatschappij. In het funderend onderwijs wordt in meer dan zevenduizend scholen onderwijs verzorgd aan 2.5 miljoen leerlingen. Deze scholen worden in stand gehouden door onderwijsorganisaties in het funderend onderwijs; deze zijn daarnaast ook de werkgever van ongeveer driehonderdduizend professionals die zich samen inzetten voor goed onderwijs. De verantwoordelijkheid voor die onderwijsorganisaties is belegd bij besturen. Samen dragen de onderwijsorganisaties collectieve verantwoordelijkheid voor goed onderwijs voor alle leerlingen. Het intern toezicht houdt op deze besturen toezicht. Vanwege het grote maatschappelijk belang van goed onderwijs, is het essentieel dat voor iedereen duidelijk is wat van het bestuur en het intern toezicht verwacht mag worden.

De Governancecode funderend onderwijs 2025 (hierna: code) beschrijft de gedeelde principes ten aanzien van good governance en normen die daaruit voortvloeien. De voorliggende code gaat uit van vijf breed gedragen principes die leidend zijn voor het bestuur en het intern toezicht in het funderend onderwijs.

De code is in juni 2025 vastgesteld door de Algemene Ledenvergaderingen van de PO-Raad, de
VO-raad en de VTOI-NVTK. De Bestuurdersvereniging Funderend Onderwijs was daar niet bij betrokken.


De code begint met vijf principes die we in het funderend onderwijs belangrijk vinden.

Het overkoepelende principe in de code is:
Verantwoordelijkheid
Uit het principe verantwoordelijkheid volgen ook de vier overige principes
die worden beschreven in deze code:
– Verbinding
Lerend vermogen
Integriteit
Openheid
Verbinding volgt als vanzelf uit de noodzaak om in contact met eigen onderwijsorganisatie en de relevante belanghebbenden te staan, om tot een gedragen visie op onderwijs en goede besluitvorming te komen. Het lerend vermogen is noodzakelijk om een hoge standaard van governance te behalen en te behouden, alsmede om maatschappelijke ontwikkelingen en voortschrijdende wetenschappelijke inzichten naar de eigen organisatie en het eigen handelen te kunnen vertalen. Integriteit is een onmisbare kernwaarde van het bestuur en het intern toezicht, en openheid dient een vanzelfsprekendheid te zijn voor een organisatie die met publieke middelen is gefinancierd.

Het intern toezicht handelt vanuit het principe van goed werkgeverschap richting het bestuur. Het intern toezicht maakt ook haar eigen evaluatie en functioneren onderwerp van de gespreksagenda. Wat dit principe van goed werkgeverschap van de Raad van Toezicht inhoudt naar de bestuurder toe, legt de Code niet uit. Wij komen daar in een separaat artikel op terug.