CAO Bestuurders Funderend Onderwijs 2025 – 31 juli 2025

                                                                                           Cao-partijen beogen met de cao bestuurders funderend onderwijs marktconforme en concurrerende arbeidsvoorwaarden die passen bij de semi-publieke sector neer te zetten. In dit kader hebben cao-partijen bij de onderhandelingen voor de Cao Bestuurders Funderend Onderwijs 2024 de disbalans die is ontstaan vanwege de       verschillende ontwikkelingen in de reguliere cao’s in het funderend onderwijs – CAO PO en CAO VO – met het in 2022 geïntroduceerde loongebouw voor bestuurders in het funderend onderwijs aangepakt. Dat hebben cao-partijen gedaan door wederom Adviesbureau Berenschot in te schakelen. Berenschot heeft naar de stand van zaken per maart 2024 de salarisstructuur en bandbreedten voor bestuurders funderend onderwijs vergeleken met die van (adjunct-)directeuren in het PO en VO aan de hand van het Universeel Systeem Berenschot (USB). Vervolgens heeft Berenschot een benchmark uitgevoerd en advies uitgebracht over de minima en maxima van de salarisschalen. Dat advies is integraal door cao-partijen overgenomen. 

In de Cao Bestuurders Funderend Onderwijs 2025 is een volgende stap gezet om de salarissen voor de lagere salarisschalen in het loongebouw concurrerend te houden en zodoende – onder meer – de stap van (adjunct-)directeur in het funderend onderwijs naar bestuurder te stimuleren. Hiertoe hebben partijen gekozen voor een combinatie van eerst een procentuele verhoging voor alle salarisschalen en vervolgens een verhoging met een gelijk nominaal bedrag. Verder is de eindejaarsuitkering verhoogd naar 8,0%. 

Basis voor het loongebouw is de WNT-klassen- indeling van OCW waarin 7 klassen worden onderscheiden. Voor de inschaling van de bestuurders gelden dezelfde 3 criteria als OCW hanteert in de Regeling normering topinkomens OCW-sectoren (samengevat: totale baten, aantal bekostigde leerlingen en het gewogen aantal onderwijssoorten in het tweede jaar voorafgaand aan het jaar waarin het bezoldigingsmaximum wordt toegepast).  

Waar het gaat om het Integraal Kindcentrum (IKC) moeten cao-partijen constateren dat daar hervorming van het stelsel van kinderopvang op zich een onderwerp is dat op de politieke agenda staat, de overleggen met de ministeries van OCW en SZW breed van opzet zijn met verschillende belangenbehartigers. Cao-partijen hebben hierdoor helaas nog geen ruimte gevonden om de systematiek van het toekennen van complexiteits-punten in het kader van de WNT om recht te doen aan de bestuurlijke complexiteit bij de combinatie van onderwijs en kinderopvang geagendeerd te krijgen. Cao-partijen blijven zich ook de komende periode inspannen om op ambtelijk niveau aandacht te vragen voor de toekenning van complexiteitspunten bij de combinatie van onderwijs en opvang.
De cap treedt in werking op 1 maart 2025 en heeft een geldigheidsduur tot 1 maart 2026.

De cao vindt u hier.